Schrijver Lezgîn: “Sorry, maar ik had geen thee voor de cipier die mij martelde”
Een onderhoud over ‘uit stand Perzisch leren’, zazaisten die de juiste boeken niet lezen en de brutale cipier die Lezgîn bezocht, enkele maanden na hem gemarteld te hebben.
Amed, 22 december 2008 (Rudaw/Interview) Roşan Lezgîn is schrijver en komt uit het noorden van Koerdistan, Turkije. Maar schrijver zijn in Koerdistan, of überhaupt als Koerd is heel anders vergeleken met het schrijverschap in Nederland.
Want in Koerdistan is het mogelijk dat je voor je gedachten over de wereld wordt opgepakt door de Turkse politie en dat slechts een aantal maanden nadat je bent vrijgelaten de cipier die je de grootste pijnscheuten in je leven heeft bezorgd last krijgt van zijn geweten en doodleuk op de thee komt. “Die kreeg hij dus mooi niet”, aldus Roşan Lezgîn.
Door Sidar Bengin Epozdemir
Het is een warme zomerse avond in de symbolische hoofdstad van Koerdistan, Amed (Diyarbakir). We bellen Roşan Lezgîn op vanuit het centrum en vragen hem waar we hem kunnen ontmoeten. Het antwoord? Een kiosk op de kruising van een van de belangrijke knooppunten in de stad. Want hier schrijft nauwelijks iemand om er brood mee op de plank te krijgen. Sterker nog, schrijvers werken om te kunnen schrijven.
Schrijver Lezgîn is zo iemand. Van ´s ochtends vroeg tot ´s avonds laat beheert hij zijn kiosk, soms letterlijk terwijl hij gebruik maakt van het gemak van twee handen, voor twee verschillende dingen. Bij aankomst zien we gelijk een voorbeeld daarvan: Lezgîn strekt zijn linkerhand om een pakje sigaretten te pakken, ontvangt in een gelijktijdige beweging en geeft het pakje aan de klant, terwijl hij tijdens al deze handelingen met zijn andere hand zijn nieuwste gedachten vastlegt op zijn laptop.
Hij sluit zijn computer af en onder het genot hebben we een één uur durend onderhoud over ‘uit stand Perzisch leren’, zazaisten die de juiste boeken niet lezen en de brutale cipier die Lezgîn bezocht, enkele maanden na hem gemarteld te hebben.
Bedankt voor uw tijd. Kunt u wat vertellen over uw literaire werk?
Mijn werk bestaat uit het schrijven van verhalen, romans, gedichten, columns, boeken en vertalingen. Ik publiceer mijn langere stukken als boeken, terwijl ik columns, korte verhalen en ook interviews voor verscheidene Koerdische websites, kranten en tijdschriften schrijf.
Hoeveel boeken staan er tot nu toe op uw naam?
Ik heb negen boeken geschreven. Vijf heb ik er zelf geschreven. Onder andere heb ik een boek geschreven over idiomen en uitdrukkingen uit mijn moederdialect, het Kirdki [Zazaki, Dimili]. De vier andere zijn romans. Verder heb ik vier boeken vertaald naar het Kurmanci-Koerdisch vanuit het Turks, het Kirdki-dialect [Zazaki] en het Perzisch.
Ah! U heeft in Iran gewoond.
Nee. Hoe ik Perzisch heb geleerd is eigenlijk best wel grappig. Ik heb al jaren deze kiosk en ik krijg continu Iraanse klanten. Zoals u weet is het Perzisch net als het Koerdisch een Iraanse taal en hebben ze vele gelijkenissen. Mijn klanten bied ik soms aan te gaan zitten buiten de kiosk voor een kopje thee. Dat deed ik ook met mijn klanten uit Iran. Deze gingen dan zitten en ik stond erop dat ze Perzisch bleven praten. Van huis uit spreek ik al Kirdki en ik spreek ook vloeiend het qua sprekers groter zijnde dialect Kurmanci [tijdens het interview sprak ik met Lezgin Kurmanci waarbij op te merken valt dat hij het meerderheidsdialect inderdaad perfect spreekt, S.B.E] , waardoor van het een het ander kwam en ik nu het Perzisch op een degelijk niveau machtig ben.
Dat is inderdaad een interessant verhaal. Pakt u altijd zo snel dingen op?
Het gekke is dat ik dat vanaf mijn jeugd al heb. Ik kon al lezen een lange tijd voordat ik nog een leslokaal van binnen had gezien. Toen mijn broer me uiteindelijk voor het eerst naar school bracht riep hij naar de leraren: “Ik heb een kant en klare voor jullie meegenomen.”
Aha, u moet wel heel succesvol geweest zijn op school dan!
Jammer genoeg niet. In totaal heb ik maar vier jaar op school gezeten, vanwege de geringe middelen die we hadden en het feit dat ik al op vroege leeftijd moest werken voor het gezin.
Maar hoe ontwikkelde dan uw liefde voor het schrijven zich?
Al sinds ik kon lezen probeerde ik boeken te ontcijferen en gedurende mijn hele leven is de interesse voor het lezen, in welke taal dan ook, gebleven. Zo heb ik lange tijd in de bouw gewerkt en had ik ‘s avonds dan altijd twee of drie boeken bij me. Na het werk gingen mijn collega’s dan lekker naar buiten om te wandelen, te roken, te drinken of te gokken; ik gaf de voorkeur aan het uitbreiden van mijn kennis over de wereld. Op een gegeven moment begon ik ook met schrijven. Soms droomde ik over iets en werd ik midden in de nacht wakker met inspiratie. Daarom had ik altijd een aantal papiertjes op mijn nachtkastje en een pen.
Waar schreef u dan over?
Over van alles! Van opinie tot literaire stukken tot gedichten. Uiteindelijk leidde dit in 2001 tot een zoveelste arrestatie waarbij ik goed aangepakt werd.
“Goed aangepakt”…
Ik bedoel te zeggen dat ik geen warm welkom kreeg van de militairen in de gevangenis. Dag en nacht speelden ze psychologische spelletjes met me, martelden ze me. Een van hun meest beruchte martelingen is het je onder dwang laten drinken van rioolwater. Dit werd ook tegen mij gebruikt. Maar ik wilde me niet laten kennen. Want ik wist ook dat ik niets verkeerds had gedaan. Ik had enkel mijn mening op papier gezet en gepleit ten faveure van mijn volk. Daarom schreeuwde ik telkens naar ze om door te gaan. Sterker nog, ik spuwde wanneer het maar kon in hun gezicht en op een gegeven moment werden ze daar gek van.
Op een dag stond ik in mijn cel, met mijn handen vastgebonden aan een hoog horizontaal uitsteeksel van een paal, waardoor ik genoodzaakt was de hele tijd met mijn armen boven mijn hoofd te staan. Ik was uitgeput en kapot. Totdat ik al staand in slaap viel en mijn tante tot me begon te spreken: “Laat deze hondenzonen je niet pakken. Je hebt niets gedaan.” Even later kwamen ze me weer halen. Al glimlachend ging ik met ze mee en dit bleef ik doen, totdat ze me vrijlieten.
Maar zo grappig was het allemaal niet, toch?
Nee uiteraard. Na mijn vrijlating heb ik anderhalf jaar bij een psychiater gelopen. Ik heb er nu nog altijd last van. Wat me ook erg boos heeft gemaakt is het bezoek van een van de martelende militairen in dienst. Hij kwam langs mijn kiosk om zijn excuses aan te bieden.
En deze werd aanvaard?
Nee. Ik kon er gewoon niet bij dat de man die mij op alle mogelijke manieren heeft onteerd en beledigd een aantal maanden later doodleuk zijn schuldgevoel kwam wegwassen. Ik kon het zelfs niet over mijn hart krijgen om hem een hand te geven. Ik liet hem twee uur lang zijn verhaal doen en daarna vertrok hij. Thee kreeg hij niet van mij in ieder geval.
Dat zal vast moeilijk geweest zijn voor u. Van u willen we nog iets weten. U bent zelf een spreker van het Kirdki-dialect of -met een andere meer populaire benaming- een Zazaki-spreker. Dit dialect heeft in verhouding tot de twee hoofdelijke dialecten van het Koerdisch, Kurmanci en Sorani een klein aantal sprekers. Heeft dit dialect uberhaupt nog toekomst, wanneer de Turkse regering jegens het Koerdisch een ‘één taal-beleid’, ten faveure van het Turks, hanteert tegenover de Koerden?
Er moet wat gedaan worden. Anders heeft het Kirdki inderdaad niet een gezonde toekomst voor zich. Een beter milieu begint in ieder geval bij jezelf. Mijn dochters spreken hun moederdialect vloeiend en spreken op een goed niveau ook Kurmanci en Turks. Ze schrijven zelfs verhalen in het Kirdki-dialect die gepubliceerd worden in een lokaal kwartaalblad hier in Amed. Maar het redden van in het bijzonder het Kirdki vergt meer.
Zoals?
Zoals het recht op onderwijs erin, maar het vergt ook het dagelijkse gebruik in het openbaar ervan. Op dit moment vergt het nog vooral veel onderzoek. Samen met een groep intellectuelen besturen wij al enkele jaren de Vate taalwerkgroep. Met deze werkgroep maken we beslissingen omtrent het standaardiseren van taalelementen en organiseren we verder lessen, seminars en conferenties met als onderwerp het Kirdki-dialect. En omdat we een klein aantal sprekers hebben van een aantal miljoenen, is ons groepje intellectuelen ook makkelijker bij elkaar te houden en kan ik zelfs zeggen dat het het Kirdki op dit moment meer gestandaardiseerd is dan het Kurmanci-Koerdisch.
Laatste vraag. Velen beweren dat het Kirdki geen dialect is van het Koerdisch, maar een op zich zelf staande, onafhankelijke taal die slechts in dezelfde taalgroep valt als het Koerdisch. De mensen die zich zo uitlaten zijn vaak dezelfde mensen die zich niet Koerdisch, maar Zaza voelen.
Deze standpunten hebben geen grondslag en nog belangrijker, er is geen bewijs voor. Het is een bewering die in lijn is met de mensen die zich geen Koerden voelen inderdaad. Ze voelen zich dan meer Zaza, en wat ze spreken noemen ze de taal Zazaki of een van de andere varianten. Dit terwijl de originele benaming van dit dialect altijd al ‘Kirdki’ is geweest. ‘Kirdki’ betekent ‘Koerdisch’. Naar mijn mening zijn de mensen die propageren dat dit niet zo is over het algemeen mensen die een aandachtstekort hebben, of sympathiseren met de Turkse staat.
De Kirdki-sprekers behoren tot het Koerdische volk. Het belangrijkste bewijs daarvoor is misschien wel het boek ‘Sherefname’ dat geschreven is door de 16e eeuwse Koerdische historicus Sherefxan Bedlisi. Maar ja, deze mensen lezen dat soort boeken niet.*
________